(Nog) meer leren vanuit de praktijk
27 augustus 2018
Mark Jansen is evenementenhulpverlener en Instructeur Eerste Hulp. Als Instructeur én hulpverlener maakt hij veel mee. Dankzij al die ervaringen is hij voorbereidt op wat komen gaat en hij raadt iedereen aan om ook ‘het veld in te gaan’.
Ik weet nog dat ik aan mijn cursus Instructeur Eerste Hulp begon. Tijdens een van de lessen spraken we over onze praktijkervaringen met trauma’s en ziektebeelden. Tot mijn schrik waren twee van de twaalf instructeurs actief als evenementenhulpverlener. De meerderheid gaf aan weinig tot geen praktijkervaring te hebben, terwijl je als evenementenhulpverlener juist heel veel kunt leren. Dit is namelijk zoveel leerzamer dan een geacteerd scenario in de les.
Bloed = paniek
Regelmatig ben ik als evenementenhulpverlener te vinden op evenementen. Tijdens een van deze evenementen kreeg ik het verzoek om naar de ingang van het gebouw te gaan. Terwijl ik dichterbij kwam, zag ik een verkeersregelaar drukke gebaren maken tegen een man in een driedelig pak. Deze man had een hoofdwond. Ik hoorde de verkeersregelaar mompelen dat het er niet goed uit zag en hij keek paniekerig uit zijn ogen, waarschijnlijk omdat hij bloed zag. Ik bedankte de verkeersregelaar voor zijn hulp en vroeg de gewonde man mee te lopen naar de dichtstbijzijnde EHBO kamer. Hij drukte een bloeddoordrenkt servetje tegen zijn wenkbrauw en ik vroeg hem of hij buiten bewustzijn was geweest en of hij op dit moment duizelig was. Op beide antwoordde hij adequaat: ‘nee!’
Boem is HO!
In de EHBO kamer zag ik dat hij een lelijke vleeswond had op zijn rechter wenkbrauw. Hij vertelde dat hij zijn jas had willen ophangen, maar toen hij zich omdraaide tegen een transparante glasplaat van een deur aan was gekomen. De wond was hevig gaan bloeden en hij schrok van de pijn. Ik vertelde de man dat het mij een verstandig idee leek om langs een huisarts te gaan. Zoals ik het kon inschatten moest de wond gehecht worden. De man wilde absoluut niet naar huis, omdat hij was gekomen voor een belangrijk congres. Ik heb de wond afgedekt en de huisartsenpost aan het einde van de straat gebeld. De man kon daar meteen terecht. Hij stond op, gaf me een hand en vroeg: ‘hoe heet jij ook al weer? Oh ja, Mark! Bedankt voor de hulp.’