Uit de oude doos: Vervoeren
Het lijkt allemaal zo logisch, maar het verplaatsen van een slachtoffer kan vrij ingewikkeld zijn. In veel gevallen hoef je een slachtoffer niet te verplaatsen en is het zelfs beter om dat niet te doen. Maar soms zal je wel moeten. Hoe deden ze dat vroeger en hoe gebeurt het nu?
Het blijft fascinerend om de allereerste uitgave van het Oranje Kruis boekje (1913) open te slaan. In deze uitgave wordt uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp ‘vervoer’. Diverse methodes worden hier besproken. Van het dragen van het slachtoffer door drie personen tot het gebruik van draagbaren.
De diverse afbeeldingen laten zien op welke manieren slachtoffers vervoerd kunnen worden.
Verplaatsen slachtoffers
Tot 1989 was het voor eerstehulpverleners gebruikelijk om te leren hoe een slachtoffer per draagbaar vervoerd moest worden. Maar hoe leg je een slachtoffer op een draagbaar? Daar waren ook diverse methodes voor, waaronder de lift- en zweefmethode. Bij de zweefmethode (zijdelingse verplaatsing) waren drie personen nodig en bij de liftmethode (verticale verplaatsing) zelfs vier. Was er geen draagbaar in de buurt, dan was het mogelijk om een deken te gebruiken. Dit moest dan wel met totaal 6 personen gedaan worden en in nood met minimaal vier personen.
Bij het vervoeren van een slachtoffer door meerdere personen is het handig dat je het een en ander afstemt. Ook hier voorzag Het Oranje Kruis boekje in door middel van voorgeschreven commando’s.
Van 1923 tot 1969 wordt ook nog de brandweergreep genoemd. Hierbij neemt de eerstehulpverlener een bewusteloos slachtoffer op de rug, zodat hij één hand vrijhoudt om het slachtoffer langs een trap of ladder te kunnen vervoeren.
Ambulances
Misschien niet heel vreemd dat eerstehulpverleners leerden om op verschillende manieren hoe ze een slachtoffer moesten vervoeren. Het is namelijk nog niet zo heel lang dat de ambulancezorg is, zoals we het nu kennen. Tot en met de Eerste Wereldoorlog waren ambulances voornamelijk privileges van legereenheden. Na de Grote Oorlog veranderde dit. Pas na de Tweede Wereldoorlog kwamen er grotere ambulancediensten die beter georganiseerd waren. Toch bemoeide de overheid zich niet met de vakkundigheid van mensen op de ambulance. Toen er in 1962 een groot treinongeluk plaatsvond bij Harmelen, waarbij er veel misging, veranderde dat rigoureus. De politiek ging zich bemoeien met de kwaliteit van de ambulances en hun personeel. In 1971 kwam de Wet Ambulancevervoer. Er werd vastgelegd wat het ambulancepersoneel moest weten, wat voor apparatuur in de ambulances aanwezig moet zijn en dat ze binnen 15 minuten ter plaatse moeten zijn.
Omdat de ambulancezorg steeds professioneler is geworden, is het steeds minder vaak nodig een slachtoffer te verplaatsen. Dat kunnen we overlaten aan de professionals.
Rautekgreep
Vanaf de 22ste druk (1989) wordt er in Het Oranje Kruis boekje alleen nog maar gesproken over de Rautekgreep en ondersteunend verplaatsen. In de 23ste druk (1997) wordt nog wel één keer gesproken over het maken van een ‘stoeltje’ door elkaars polsen vast te houden. Wel zijn er in de jaren daarna nog losse uitgaven geweest, waaronder ‘De geoefende EHBO’er’ met vervolglesstof waarin de andere vervoersmethodes werden genoemd.
In principe verplaats je bij ernstig letsel iemand dus alleen in geval van gevaar. Gevaar kan ook de hete zon of een te koude plek zijn. Maar ook als iemand in de auto een hartstilstand heeft gehad en je deze uit de auto moet halen om te reanimeren. In die gevallen is de Rautekgreep erg handig.
Het was de Oostenrijkse Jiu-Jitsu leraar Franz Rautek die de Rautekgreep, oftewel de noodvervoersgreep, halverwege de vorige eeuw bedacht. In de 19e druk van het Oranje Kruis boekje (1969) zien we voor het eerst de Rautekgreep, al wordt hij zo nog niet genoemd. Dat gebeurt pas vanaf de 20ste druk (1976).
Deze greep is niet meer weg te denken uit de EHBO-cursussen. We gebruiken de Rautekgreep bij het verplaatsen van een slachtoffer dat niet lopen of hinkelen kan. Wanneer de Rautekgreep niet mogelijk is, mag je op een andere manier het slachtoffer weg te slepen.
Ondersteunend verplaatsen
Eén methode is redelijk constant gebleven tijdens het bestaan van Het Oranje Kruis, namelijk het zogenaamde ‘ondersteunend verplaatsen’. Vanaf de eerste richtlijn (1913) tot en met de vorige richtlijnen (2011) was dit praktisch hetzelfde. Bij de laatste richtlijnen (2016) is deze voor het eerst enigszins gewijzigd. In plaats van je arm om iemand heen te doen, laat je nu het slachtoffer zelf hinkelen. Je loopt mee aan de gewonde zijde van het slachtoffer en laat het slachtoffer op je schouder steunen. Hoe je iemand verplaatst, leer je uiteindelijk het beste in de praktijk. Volg een EHBO-cursus, want een goede voorbereiding is het halve werk.