“Opeens is het echt”
11 september 2018
Dagelijks reizen in de hoofdstad duizenden mensen met het openbaar vervoer. Dat betekent dat er van alles kan gebeuren. Ger Brands, Bas Abels en Peter Schoppen werken bij GVB, het openbaarvervoerbedrijf van Amsterdam, en hebben inmiddels veel meegemaakt. Zij vertellen over hun ervaringen.
Ger Brands (61) is volgend jaar 40 jaar in dienst bij GVB, waarvan hij 28 jaar als bestuurder op de tram heeft gezeten. Al een aantal jaar is hij sr. handhaver OV-zorg bij GVB. ‘Als handhaver heb je twee hoofdtaken. Je hebt surveillancediensten en je doet de kaartcontroles. Bij surveillancediensten kom je in actie als er problemen zijn. Het kan dan gaan om mensen die onwel zijn geworden, er een voertuig defect is, dat personen niet hebben betaald of dat er sprake is van agressie in het openbaar vervoer. Wij treden op als bemiddelaars. We proberen op een zo goed mogelijke manier problemen op te lossen.’
Verstikking
Een aantal jaar geleden maakte Ger tijdens een kaartcontrole mee dat er een kind van 2,5 stikte. ‘Op het perron loopt een moeder met haar kind. Opeens zie ik het kind in elkaar zakken. Ik voelde dat het niet goed was en ben er direct op afgestapt. Het kind liep blauw aan. Ik had het idee dat het kind in iets dreigde te stikken. Ik probeerde zo goed als ik kon het kind te helpen. Ondertussen gaf ik de opdracht de ambulance te bellen. Het ziekenhuis was een paar honderd meter verderop dus besloten we het kind zelf naar het ziekenhuis te brengen. Ik ben zelf niet meegegaan. Terwijl ze wegreden, dacht ik dat het over zou zijn. Ik ben apart gaan zitten met mijn bak koffie en sigaretten en heb een potje zitten janken. Huilen kan erg opluchten.’
Later hoort Ger dat het kind in de auto opeens begon te huilen en een stuk oliebol uit had gespuugd. ‘Ik heb gehuild en gejuicht. Toch heb ik er nog wel last van gehad. Nog 14 dagen lang hoorde ik de stem van de moeder roepen ‘oh m’n kind’. Als ik er aan terugdenk word ik weer emotioneel.’
Reanimatie
Bas Abels (48) werkt inmiddels 29 jaar bij GVB. Ook hij is handhaver en heeft het nodige meegemaakt. ‘Als er iets gebeurt in de metro, tram of bus, neemt de bestuurder contact op met de meldkamer van de GVB. Zij leggen contact met de politie, ambulance of brandweer. Dat gaat allemaal heel snel.’
Een paar jaar geleden is hij op een van de metrostations als hij een jongen van een jaar of 15 van de leuning van een roltrap naar beneden ziet glijden. Hij loop ernaar toe om er iets van te zeggen, als hij ook de vader hetzelfde ziet doen. En dan gaat het mis. ‘De vader valt van 6 meter hoog naar beneden. Ik ren naar de man en zie dat er bloed uit de neus en oren komt. Hij maakt een snurkend geluid. Ik laat direct een ambulance komen. Terwijl ik bij de man zit, voel en zie ik dat de ademhaling minder wordt. Dan stopt het. Ik moet beginnen met reanimeren.’
Al direct had Bas zijn collega gevraagd de AED uit de auto te halen. Alle surveillancewagens van GVB zijn namelijk voorzien van een AED. Terwijl Bas aan het reanimeren is, wordt de AED aangesloten. ‘Een week eerder had ik een reanimatiecursus gevolgd. De hele opleiding kwam als een soort film voorbij. Als dan de AED zegt ‘start de reanimatie’ is het opeens echt.’ Na een aantal minuten arriveert de brandweer en nemen de reanimatie over. Naderhand blijkt dat de man het heeft overleefd en het letsel erg is meegevallen. ‘Ik ben blij dat ik een EHBO-cursus heb gevolgd, zodat ik wist wat ik moest doen’, voegt Bas toe.
Hartstilstand in de metro
Peter Schoppen (56) werkt al 16 jaar bij GVB als medewerker van het serviceteam. Dagelijks helpt hij op diverse plekken in Amsterdam en omgeving reizigers op weg die met vragen zitten. Ook hij maakte mee dat iemand gereanimeerd moest worden.
‘We staan op het perron en een metro arriveert. Gelijk zie ik dat er iets aan de hand is. Zodra de deuren van de metro opengaan, gaan we erop af. Iemand ligt in het gangpad en reageert nergens meer op. De man heeft geen ademhaling en hartslag meer. Er staan veel mensen om ons heen. Ik vraag nog of er een arts in de buurt is, maar daar wordt geen gehoor aan gegeven. We bellen de meldkamer voor een ambulance en starten met de reanimatie’, vertelt Peter.
Na een aantal minuten arriveert de brandweer. Zij nemen de reanimatie over en het slachtoffer wordt meegenomen. Later hoort Peter dat het slachtoffer het niet heeft gered. ‘Aan de ene kant ben je teleurgesteld dat je niks hebt kunnen doen, aan de andere kant heb je er echt alles aan gedaan. Meer hadden we niet kunnen doen.’
Aanmoediging
Ger, Bas en Peter geven allen aan dat ze blij zijn dat ze een EHBO-cursus hebben gevolgd. ‘Daardoor wisten we wat we moesten doen’, aldus Bas. ‘Ik heb nu een paar reanimaties meegemaakt’, vertelt Ger. ‘Wanneer je aan het reanimeren bent en het ambulancepersoneel arriveert en vertelt hoe goed je bezig bent, geeft dat een kick. Dat doet je zoveel. Dan krijg je weer energie om door te gaan.’
Peter: ‘Wanneer je zoiets heftigs als een ernstig ongeval of een reanimatie meemaakt, wordt er gezorgd dat je met iemand kunt praten, als je dat wil. De opvang en nazorg binnen GVB is goed geregeld. Ook onderling is er heel veel saamhorigheid en zijn de reacties altijd erg positief. Op zo’n moment zijn we één grote familie.’